Schilderen
Charles Wellens kreeg van zijn ouders alle kansen om zijn schildertalent en persoonlijkheid te ontwikkelen. In 1907 volgde de jonge Charles zijn eerste lessen in de schilderkunst bij de tien jaar ouders Jos Damien, een Waalse kunstschilder die in Halen woonde. Vervolgens trok hij naar Leuven om te studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.
Op 18 juni 1921 trouwde Charles met Madeleine Haven en vestigde zich in de Thonissenlaan in Hasselt. Hij richtte er een schildersatelier in, in oude Kempische stijl. In datzelfde atelier gaf hij ook schilderlessen aan beginnende amateurkunstenaars.
Elke kunstenaar maakt een evolutie mee, niet alleen door eigen ervaringen maar ook door externe invloeden. Zo kunnen we het werk van Charles Wellens bij benadering indelen in drie perioden.
Een eerste periode is deze van het mystieke. Ze staat volledig los van de werken uit zijn laatste periode. Een tweede periode is deze van een bijna impressionist. Ze straalt de sfeer uit van het sociaalrealisme en van invloeden van buitenaf. Een derde periode is deze van het Kempische landschap, hoeves, interieurs en bewoners van deze streek. Dat deze streek hem nauw aan het hart lag, bewijst ook het boekje ‘De ziel van mijn schoon Kempenland’, waarin Charles zijn memoires neerschreef, en de filmfragmenten die hij maakte van Kempenaren in hun dagelijkse leven.
Charles Wellens overleed in Hasselt op 10 juli 1958. Zijn wens om in zijn geliefd geboortedorp begraven te worden, is in vervulling gegaan.